Zwarte plastic, karton en tape gebruikte ik om tijdens een verjaardagsfeestje een levensgrote camera obscura te maken in mijn slaapkamer. Met drie kartonnen kaarten waarin gaten van verschillende groottes waren aangebracht om in te spelen op de wisselende lichtsterkte buiten. Een groter gat maakt de afbeelding sneller zichtbaar, maar ook onscherper.
Het uitzicht werd ondersteboven geprojecteerd op muren, kasten, dekbed en plafond. Silhouetten van mensen en auto’s op straat bewogen zich voort boven mijn hoofd. De camera obscura was klaar. De verwondering bij de gasten was groot en de pinhole room werd het perfecte decor voor een hele reeks opnames met lange sluitertijd.

Uiteindelijk bleef het plastic drie maanden tegen de ramen. Het leven in de kamer ging door … en de projectie van het leven erbuiten ook. De bouwwerven aan het kanaal bleven groeien op de muur. Het sneeuwde op het plafond. De avondschemering lag op het bed. Het straatleven drong binnen in de kamer en Tour & Taxis werd groener op de muur. Binnen en buiten vermengden. Recht en ondersteboven vloeiden in elkaar. Het leven buiten werd geprojecteerd op het leven binnen. Of was het omgekeerd?